President Trump gaat er prat op Amerikaanse industriële ondernemingen ervan te weerhouden de Verenigde Staten te verlaten en daarmee banen te redden. Dat lijkt mooi, maar de bevolking vergrijst en het aantal geboorten neemt af. Steeds meer babyboomers gaan met pensioen met als gevolg dat het werkzame gedeelte van de bevolking afneemt en de arbeidskosten stijgen.
Het was in dat licht bezien dan ook niet zo vreemd dat bedrijven (een deel van) hun productie verplaatsten naar het (verre) buitenland. Na verloop van tijd gingen de lonen daar echter eveneens omhoog. Los van de acties van Trump waren veel Amerikaanse bedrijven daarom hun activiteiten al aan het terughalen naar de Verenigde Staten. Ook omdat ze intussen in het thuisland al enthousiaste kopers van robots blijken te zijn, die de kosten aanzienlijk reduceren. Vooral in de automobielindustrie worden op grote schaal robots ingezet bij de productie.
Als je bedenkt dat robots na een initiële investering van, zeg 250.000 dollar, die je in de Verenigde Staten overigens versneld mag afschrijven, tot een kostenbesparing van maar liefst 90 procent kunnen leiden, begint het wellicht te dagen. Zo kost een kleine robot slechts 50 dollarcent per uur en een grote 1,00 dollar. Tsja, daar kan geen arbeider tegenop.
De automobielindustrie is niet de enige sector is waar robots op grote schaal ingezet (kunnen) worden. Zo werden er in ziekenhuizen vorig jaar maar liefst 370.000 operaties uitgevoerd door een robot. Dat waren er dertien jaar geleden nog maar 1.000. Verder worden veel industriële bedrijven in toenemende mate geautomatiseerd.
En wat te denken van de opmars van artificiële intelligentie? Daarbij moet je vooral denken aan toepassingen bij de ontwikkeling van autonome voertuigen. Maar ook de ontwikkeling van zogenaamde Smart Homes wil ik hier onder de aandacht brengen. Smart Homes stellen mensen (ouderen) in staat langer thuis te blijven wonen. Dat kan leiden tot een enorme kostenbesparing voor de zorg. In het leger begroet men de komst van robots en de opkomst van drones eveneens met enthousiasme. Zo besteedde het Amerikaanse leger alleen al in 2016 drie miljard dollar aan de aanschaf van laatstgenoemde.
Het is een kleine greep uit de legio mogelijkheden die de opkomst van robotica en artificiële intelligentie ons biedt. Gaat het banen kosten? Vast en zeker. Maar er komen ook veel nieuwe werkzaamheden bij. De robots moeten immers gemaakt worden, hoewel bij de Japanse onderneming Fanuc de robots zelfs worden gefabriceerd door robots, en uiteraard ook bediend. Via touchscreens wordt deze bediening overigens steeds eenvoudiger.
De enorme besparing aan kosten en mankracht die mogelijk is, zal ongetwijfeld leiden tot de wereldwijde invoering van deze nieuwe technologieën. Maar, het bevrijdt mensen uit geestdodende werkzaamheden. Diezelfde personen kunnen, zonder ochtendhumeur, vervolgens ingezet worden op gebieden waar een enorme vraag bestaat naar humane krachten. Denk bijvoorbeeld aan zorg en onderwijs.
De vrees voor banenverlies, die er ook al was in het begin van de jaren ’80 toen automatisering in opkomst was, kan zo bezien wel eens ongegrond zijn. Overigens heeft Trump zich inmiddels voorstander verklaard van grootschalige invoering van robotica in de Verenigde Staten. Het is dan ook een sector die voor de lange termijn binnen een goed gespreide beleggingsportefeuille niet mag ontbreken.
Fotografie: iStockphoto