Alle mensen denken in hokjes. Of je dit nu wel of niet leuk vindt. Dit is nu eenmaal hoe ons brein werkt. We zien iets, vergelijken dit met onze ‘database’ en hebben er direct een betekenis bij. Dit is een geheel onbewust proces en we doen het de gehele dag. Het is nu eenmaal een manier om de wereld overzichtelijk te houden. We delen mensen in groepen in, maar ook voorwerpen worden gecategoriseerd. Zo las ik enkele jaren geleden in een dagblad een goed voorbeeld van psycholoog Gijs Bijlstra. “Neem een stoel. Als je daarover gaat nadenken – vier poten, een zitting, leuning, draagkracht – ben je wel even bezig. Zo doen we dat dus niet. We herkennen het ding als een stoel, weten meteen welke eigenschappen erbij horen en: zitten maar!” Zo denken veel mensen bij het beroep van uitvaartverzorger aan een streng kijkende oude man met een baard en een hoge hoed. Nu zijn er ongetwijfeld uitvaartverzorgers die aan dit ‘hokjesdenkbeeld’ voldoen, maar in mijn geval en bij eigenlijk de overgrote meerderheid van de uitvaartverzorgers die ik door de jaren heen ben tegengekomen, slaat het de plank mis. We zijn allemaal anders. Zo ben ik bijvoorbeeld een uitvaartverzorger én een schoolpleinvader.
En nu iets genuanceerder…een opgewekte, moderne vader van drie gezonde kinderen. Samen met mijn vrouw vorm ik een hecht gezin. Ik heb net als ieder ander mens een uitgebreid gevoelsleven en word gelukkig zelden tot nooit als een koele, afstandelijke kikker getypeerd. Weer dat hokjesdenken, waar we dus continu mee te maken hebben. Als uitvaartverzorger zijn betrokkenheid en inlevingsvermogen belangrijke karaktereigenschappen. Eigenschappen die je niet kunt veinzen, want daar kijkt iedere nabestaande al snel door heen. Als ik bij een gezin kom dat net een dierbare heeft verloren, dan fungeer ik vaak als rots in de branding. Met kleine stapjes gaan we samen nadenken over de uitvaart. We praten dan over alles wat een uitvaart omvat. Mijn doel is namelijk om het afscheid zo vorm te geven, dat het in alle opzichten goed voelt voor de nabestaanden. Ik wil absoluut voorkomen dat mensen achteraf het gevoel hebben dat iets ontbrak. Ik denk mee, kom met voorstellen en neem waar nodig beslissingen.
Thuis ben ik open over mijn werk. Mijn kinderen begrijpen wat ik doe. Toen ik ze vertelde dat ik bij mensen thuis kom die verdrietig zijn, vroeg de oudste of ik dan ook verdrietig ben. Ik vertelde dat papa juist probeert om verdrietige mensen een mooie laatste herinnering te geven: een dag van een lach en een traan. Er mag ook gelachen worden bij een uitvaart, bijvoorbeeld om de grapjes die de overledene altijd maakte. Zo hoorde ik laatst van een uitvaart waar het thema ‘Bedankt voor het lachen’ centraal stond. De overledene gebruikte deze term altijd als afscheidszin en de nabestaanden wilden recht doen aan zijn nagedachtenis. Een uitvaart kan dus niet in een ‘hokje’ geplaatst worden. Elke uitvaart is anders. Je staat immers stil bij de persoon die de overledene bij leven was.
Als uitvaartverzorger krijg ik ook te maken met kinderuitvaarten. Zo heb ik meermaals meegemaakt dat een baby was overleden in de perioden dat mijn vrouw zwanger was. Natuurlijk komt het dan dichtbij. Ik ben immers ook een mens. Ook kan het zijn dat een kind een nabestaande is. Ik ben een voorstander van het betrekken van kinderen bij een uitvaart. Vroeger was dit niet gebruikelijk. Kinderen werden vaak niet meegenomen naar de uitvaart van bijvoorbeeld een opa of oma. De opvatting was destijds dat je kinderen hier niet mee moest belasten, terwijl ze net als volwassenen een overlijden van een dierbare moeten verwerken. Gelukkig is het nu steeds vaker zo dat kinderen ook een kaarsje aansteken of bijvoorbeeld een mooie tekening maken.
Toen ik nog een kind was, wilde ik politieagent of militair worden. Ik heb uiteindelijk ook daadwerkelijk 10 jaar bij de Landmacht gezeten, maar tijdens de uitvaart van een oma van mijn vrouw besloot ik dat ik uitvaartverzorger wilde worden. Ik was onder de indruk van en geïnspireerd door dit afscheid. Ik vind het belangrijk om 24 uur per dag op laagdrempelige wijze bereikbaar te zijn, zoals via WhatsApp. Nabestaanden zijn bij mij geen nummertje: ik ben altijd nauw betrokken. Laten we samen proberen af te stappen van het hokjesdenken, want ieder mens is anders en uniek. Bij leven en bij overlijden.