Bewijsdrang is een onrustige zoektocht naar erkenning. Het individu vergelijkt zichzelf continu met anderen of met – nog erger – weinig hoopvolle verwachtingen die ouders van hem of haar hebben. Want je zult maar tijdens je opvoeding elke keer de negatieve onliner ‘van jou komt niets terecht’ ingewreven krijgen. “Ik liep op mijn tandvlees maar ik heb ondanks het negatief beeld dat mijn vader van mij had, het beste uit mezelf gehaald”, bekent Peter Douglas.
Het is maandagochtend. Het koffiezetapparaat pruttelt in het kantoor van Today Music in Huizen. De argeloze bezoeker weet in een oogopslag dat de penvoerder van dit bureau, die al meer dan 30 jaar ervaring heeft in de nationale en internationale entertainment branche, idolaat is van Frank Sinatra. Sterker, hij was icoon en verpersoonlijking van de Amerikaanse muziek respectievelijk American dream. Zijn timing, het rasperig laag stemgeluid en de geniale frasering die de woorden over de noten trok zijn door velen nagedaan. Ook door Jean-Pierre van der Sluis die zich tijdens dit koffiemomentje aan de andere kant van de vergadertafel voegt. “Mag ik vragen om de oogleden even te sluiten?”, vraagt Van der Sluis. Zijn vraag wordt opgevolgd. Hij vult hoorbaar zijn longen en zet voorts het bekende nummer in van de Amerikaanse crooner. ‘And now, the end is near, And so I face the final curtain, My friend, I’ll say it clear, I’ll state my case, of which I’m certain.’ Er mag bij zijn tafelgenoten weer licht komen tussen de wimpers. Ongelooflijk. Het rasperig laag stemgeluid is van de directeur van Today Music die hier aan tafel zit en niet van Sinatra die 21 jaar geleden op 82-jarige leeftijd overleed aan een hartaanval. “Vanaf mijn zevende zit de crooner gebeiteld in al mijn bloedvaten”, bekent de alter ego van Ol’ Blue Eyes die sinds de aanloop van de finale van de Soundmixshow, die hij in 1986 won, gezegend is met Peter Douglas. Een artiestennaam die voortaan in dit verhaal wordt aangehaald. “In de auto, op kantoor en thuis: er gaat geen dag voorbij zonder dat ik een song van hem beluister. Het vreemde is dat ik de muziek leerde kennen van mijn vader. Vooral op zondagochtend kwam het stemgeluid van Sinatra via de radio onze huiskamer in Huizen binnen tijdens AVRO’s Muziekmozaïek. Dat gebeurde regelmatig. Geen wonder. Presentator Willem Duys was immers ook fan. Mijn vader maande dan iedereen tot stilte als er weer een lied door de boxen ging. Niet alleen mijn vader genoot. Dat deed zijn middelste zoon stiekem ook die vanaf zijn jongste jeugd moest aanhoren dat er niets van hem terecht zou komen. En dat was ik.”
Reclamespots
Door de scheiding van zijn ouders, trok Douglas bij zijn moeder in die een woning in Amsterdam had gevonden. In de hoofdstad ontvouwde voor hem een tijdsspanne waarin hij volgens de tegeltjeswijsheid ‘de juiste persoon op de juiste tijd en de juiste plek’ zijn bestemming zou vinden. Dat gebeurde bijvoorbeeld dichtbij zijn huis in een aula van de huishoudschool. Daar repeteerde namelijk het koor van de Bach-vereniging. In plaats van voetballen met zijn buurtgenoten op het schoolplein zong hij buiten voor het raam mee. “De dirigent gaf me een keer de kans om mee te zingen”, vertelde Douglas. “Het gevolg was dat ik vijf jaar lang met dit gezelschap heb meegezongen en opgetreden. Zingen. Het was mijn passie. Ook op de middelbare school wisten ze dat ik kon zingen. Ik had een Engelse lerares die piano speelde. Ik zong. Het repertoire mag zoetjesaan bekend zijn. Ik drong me in die tijd ook op om ’s avonds in combo’s te zingen die in de jaren zeventig in verschillende uitspanningen speelden, zoals in ’t Vliegertje in de Scheldestraat. Heerlijk. En zo kwam ik via een vriendinnetje in contact met producer Richard Misseijer die reclamespots maakte voor piratenstations.” Niet alleen zijn stem viel op. Ook vertoonde hij enigszins gelijkenis met de geboren Newyorker.
Misseijer kende de producer van de Soundmixshow, een populair televisieprogramma die in de laatste twee decennia van de vorige eeuw werd uitgezonden en waarin deelnemers live een nummer van een beroepsartiest konden nazingen. Tijdens de auditie in een tochtige hal in Nieuwegein was zijn artiestennaam nog Peter Lock. Maar nadat hij met mijn manager pal voor de finale door de Beethovenstraat in Amsterdam liep, gebeurde er iets opmerkelijks. “Mijn manager zag een uithangbord van een parfumeriezaak: Douglas”, verlet hij met een lach op zijn gezicht. “Eureka. Ik won met deze artiestenaam voor het oog van miljoenen televisiekijkers in 1986 de Soundmixshow. Van meet af aan zou deze titel mijn leven totaal veranderen.”
Theatertour
“Wat dacht je van veertig optredens per maand”, vervolgt Douglas. “Ik heb ook in shows opgetreden waaronder die van van Rudy Carell in Duitsland. Een jaar later zong ik een medley van Stars on Frankie in die samengesteld was uit swing- en bigbandmuziek van Sinatra. Het album kreeg in de wereld zo’n 350.000 kassa-aanslagen. Maar niet in Amerika. Het management van Sinatra stak er een stokje voor onder dreiging van vele miljoenen dollars boete.” De onweerswolken boven het management in Los Angeles trokken op toen Douglas een album had gemaakt met liedjes die hij schreef met wijlen Lucy Steijmel: Thank you Frank. “Het album hebben we opgestuurd naar Nancy Sinatra precies op de verjaardag van haar beroemde vader. Een paar jaar later werd ik door Nancy uitgenodigd. Dat gebeurde in 1998. Mijn idool was helaas overleden. Ik heb daar gezongen tussen een publiek dat de cast had kunnen zijn van The Godfather. Ondertussen had ik me als ondernemer gestort in de entertainment branche. Today Music BV managet diverse concepten waar bekende en minder bekende Nederlandse artiesten binnen optreden. Tevens is er vanaf april 2018 een nieuwe tak ontstaan binnen Today Music Hilversum – ‘Today Music Movie’ een productiebedrijf dat in opdracht een volledige soundtrack-productie voor haar rekening neemt. En ik treed nog steeds op. Saillant is mijn optreden geweest in De Flint in Amersfoort. Mijn vader, die ik al jaren niet meer had gezien, kwam na het concert in de kleedkamer. ‘Het volgend concert zal wel beter zijn’, liet hij tijdens de kille begroeting weten. Meer dan veertig jaar was eraan vooraf gegaan om me te bewijzen voor hem. Ik wist na talloze concerten, kennismakingen met de Sinatra-clan en de opbouw van een succesvol managementkantoor niet meer wat ik op dat moment mijn vader nog te bewijzen had.”
Fotografie: Nico Brons