Onlangs werd het Braziliaanse Petrobras uit de Dow Jones Sustainability Index verwijderd als gevolg van de recente openbaarmakingen van betaalde steekpenningen en fraude. Petrobras stond in de index sinds 2006. Nu gebeurt het veel vaker dat aandelen uit de index worden gehaald als dat nodig blijkt. De laatste tijd moesten er 46 bedrijven weer plaats maken. De meest aansprekende namen waren onder andere Bank of America, General Electric en Schlumberger.
De Dow Jones Sustainability Index (DJSI) is in 1999 opgericht. De index bevat bedrijven die zowel in het algemeen als binnen hun eigen sector beter presteren op het gebied van duurzaamheid dan hun collega’s. Elk jaar worden ruim 3.000 bedrijven uitgenodigd om mee te doen met de duurzaamheidsanalyse. Onder de bedrijven die een dergelijke uitnodiging ontvangen, bevinden zich ook ongeveer 800 uit opkomende landen. Er zijn in totaal slechts 16 bedrijven die al sinds het begin van de index erin zijn opgenomen. Enkele van hen zijn Unilever, SAP, BMW, Diageo en Intel.
Voor veel bedrijven is een duurzaam beleid best wel een dingetje. Om met de reclame van Meewind te spreken: je beoordeelt aandelen op rendement, risico en duurzaamheid. Het is alleen al als marketingtool handig als je kunt zeggen dat je als onderneming in een duurzaamheidsindex bent opgenomen. Tevens kun je bij een groter aantal partijen in beeld komen als potentiële belegging.
Om in de index te worden opgenomen en te blijven, dien je je als onderneming als het beste jongetje van de klas te gedragen. Westerse bedrijven zijn daarbij veelal in het voordeel, aangezien zij een (kleine) afdeling hebben die zich volledig richt op duurzaamheid.
Enkele jaren terug was sustainability meer een topic omdat het toen nieuw was, nu is het meer een vanzelfsprekendheid. Bedrijven in Nederland die zich erg inzetten op duurzaamheid zijn bijvoorbeeld Unilever en Shell; ze schrijven hun hele website ermee vol. Maar ook een onderneming als Aegon zegt op haar website veel aandacht te hebben voor mens en milieu en hebben zelfs daarvoor de Aegon Foundation.
Vrijwel elk bedrijf heeft aandacht voor sustainability. De steeds strengere regels waaraan bedrijven worden onderworpen hebben ertoe geleid dat bedrijven het zich ook niet meer kunnen veroorloven om niet met duurzaamheid bezig te zijn. Als ik bijvoorbeeld bij ASML op de site kijk zie ik dat, ja hoor, zij er ook aan doen.
Duurzaamheid is meer geëvolueerd naar MVO, maatschappelijk verantwoord ondernemen en dat doet iedereen tegenwoordig (zeggen ze). Duurzaamheid is overigens niet alleen goed zijn voor het milieu. Het is ook aandacht voor de samenleving, nakomen wat je zegt te doen en nadenken met je bedrijfsvoering over de toekomst.
Overigens is het soms ook een wassen neus. Kijk maar naar Nike, Adidas, Gap, Levi’s, etc. Geen van allen maakt zelf gebruik van kinderarbeid of sweat shops, maar dat is in de praktijk natuurlijk wel zo. Alleen is dat niet hun verantwoordelijkheid maar die van de ‘onderaannemers’. Er is ook eens een documentaire over Nestlé, dat ook pretendeert zeer duurzaam bezig te zijn, uitgezonden. Daar kwam in beeld dat de onderneming hele natuurlijke waterbronnen leeg tankt voor haar flesjes bronwater en de natuur ter plekke grote schade toebrengt. Om met the lady of the house, misses Bouquet (Bucket) te spreken: Sustainability moet meer zijn dan keeping up appearances!