Willem van Kooten: ‘Ik durf te zeggen dat ons land de 20ste eeuw is ingegaan dankzij Veronica en de pil.’

0
3554
Willem van Kooten - Fotografie Nico Brons

Het Latijnse woord inspirare past naadloos bij het leven van de grondlegger van Top 40 en zakenman, de 78-jarige Willem van Kooten. “Iets ingeblazen krijgen betekent dat er iets op gang komt”, duidt de woordkunstenaar die ooit op het gymnasium werd gelauwerd door zijn leraar Nederlands. “Het is lang geleden maar toentertijd had ik iets gewonnen in de klas. Ik kreeg van mijn leraar Van Putten het boek ‘Eric of het klein insectenboek’ dat geschreven is door Godfried Bomans. De opdracht die Van Putten schreef was duidelijk: ‘Voor betoonde scherpzinnigheid’.”

Als de inspiratie voor een kakelvers idee na een nacht slapen nog beklijft, is deze bruikbaar. Zo werkten vele artiesten als Lennon en McCartney maar ook Van Kooten. Nagenoeg alles waarmee hij succes oogstte is ontsproten uit inspirerende vonken. “Pakweg een dag later zijn de gevolgen ervan zichtbaar”, aldus de voormalige diskjockey die recentelijk de Marconi Oeuvre Award kreeg uitgereikt. De vonk bepaalt ook voor een groot deel de routing van zijn levenswandel die gelabeld is met zijn lijfspreuk: Ledigheid is des duivels oorkussen. Hij kan het werk nog niet loslaten.”

Willem van Kooten - Fotografie Nico Brons

Schoolcabaret

De missie van Van Kooten was aanvankelijk om dichter en schrijver te worden. “De pennenvruchten van Lucebert en Gerrit Kouwenaar maakten indruk op mij en niet in het minst de dichtbundel van Hans Lodeizen: ‘Het innerlijk behang’. Dat vonkte. Ik was toen sowieso al gek op de Nederlandse taal. Op het Christelijk Lyceum in Hilversum was ik hoofdredacteur van Cantecleer, zoals de schoolkrant heette. Ik schreef daarin verhalen en gedichten. Een van die gedichten kwam in 1958 in ‘Een 10 voor Tiener’ het jaarlijks boekje met het beste uit alle schoolkranten van Nederland. Daarin stonden ook bijdragen van Kees van Kooten, Wim de Bie en Annemarie Oster. Het was een uitgave van Nijgh & van Ditmar onder redactie van Bert Voeten. In die tijd deed ik ook mee aan het live radioprogramma Jeugdland van de NCRV. Het was een bijbels hoorspel. Ik was profeet Jesaja.” Uiteraard houdt hij de tweede klinker van Jesaja wat langer aan. Het klinkt wat knauwerig. Onmiskenbaar het handelsmerk van Van Kooten. “Daarnaast was ik ook onderdeel van het schoolcabaret. Ze hebben om mij gelachen. Kortom, er zat toen al iets cabaretesk in mij.” In die tijd liet hij ook zijn trommelvliezen masseren door de transistorradio af te stemmen op American Forces Network Europe. “Ik genoot ’s avonds stiekem van de ‘real thing’ zonder dat mijn vader het wist. De geluidskwaliteit op de middengolf was matig maar ik hoorde wel muziek die de Nederlandse kustlijn nooit bereikte, zoals Amerikaanse pop, country & western en r&b.”

Willem van Kooten - Fotografie Nico Brons

Zwarte muziek

Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma vertrok hij naar Amsterdam om Nederlandse taal en letterkunde te studeren op de Vrije Universiteit. Van Kooten beseft dat zijn studie in de hoofdstad geen sleutel zou opleveren waarmee hij ooit toegang zou krijgen tot het literaire leven. Juist andere poorten gingen open die elk op hun beurt de wenkbrauwen van zijn plichtsgetrouwe vader deden fronsen. De vonk kwam bijvoorbeeld uit de jukeboxen die hij in zijn studentenleven tegenkwam in een paar uitspanningen waaronder de ‘Stateside Club’ op de Martelaarsgracht die door de ouders van de Nederlandse Elvis Presley, Pim Maas, werd gerund. “De jukeboxen werden gevoed door platen van Amerikaanse soldaten die in het weekend de Duitse legerbasis inwisselden voor het stapwerk in Amsterdam”, vervolgt Van Kooten. “Ik hoorde bijvoorbeeld nummers van Bill Haley, Earl Bostic en Gene Vincent. Of wat dacht je van Brook Benton. Een geweldige zanger trouwens. Voor het eerst hoorde ik ook zwarte muziek van Ray Charles en Chuck Berry.”

Willem van Kooten - Fotografie Nico Brons

Vijftig gulden

Tijdens zijn studententijd stokte het even met de inkomsten van Van Kooten met als gevolg dat de hospita regelmatig aan zijn kamerdeur verscheen. Ger-Anne Verwey, die hij kende van feestjes, was de financiële reddingsboei. Zij was de dochter van Dirk Verwey die samen met zijn broers Bull en Jaap begonnen was met Radio Veronica dat vanaf het lichtschip Borkum Riff uitzond voor de kust van Scheveningen. Van Kooten: “Ik mocht voor 250 gulden per maand in een oude Hilversumse studio commercials bedenken. Radio Veronica zette zichzelf met het Duitse kousenmerk Nur Die op de kaart als effectief reclamemedium. Niet veel later verdienden de broers flink aan deze kousen. Programmaleider Tony Vos sprak destijds de tekst in. ‘Let op Nur Die. Nu ook in Nederland. Let op Nur Die. Want dat is het. Nur Die’. We gebruikten de intro van het nummer ‘Mexico’ waarmee trompettist Bob Moore, toen een grote hit had.” De verbale ammunitie van de student bewoog zich met pijp en sigaar tussen de lippen manifester binnen de organisatie van de radiopiraat. Not done binnen het milieu van de corporale studentenvereniging, maar toch. Het had op LANX, de sociëteit het VU-corps aan de Korte Leidse Dwarsstraat, schuin tegenover onder meer Café Eylers en Madame Arthur, nog onrustiger kunnen worden. Zeker toen Van Kooten in de zomer het verzoekplatenprogramma Juke Box tijdelijk bemande. Zijn eigenzinnige stijl van presenteren smaakte naar meer en leverde hem een eigen programma op. ‘Joost mag het weten hoe de naam van het programma moest gaan heten’, echode het in de studio. Eureka. Zo werd ‘Joost’ met als toevoeging Den Draaijer een feit met de Asia minor van Kokomo, als signature tune. “Dit 45-toerenplaatje bevond zich in de vracht ‘hot’ materiaal dat destijds per post vanuit Amerika in ons bezit kwam”, aldus Van Kooten die voorts programmaleider werd, naar Amerika reisde en zich bediende van de vonken die uiteindelijk het radiolandschap in Nederland zouden veranderen. De jaren zestig zijn dan amper uit de startblokken. Behalve de Top 40, horizontale programmering en jingles nam de nieuwbakken programmaleider talent aan om het uitzenden van de zoute muziek van de piraat vorm te geven. “Dat is gelukt. Ik durf te zeggen dat Veronica en de pil ons land over de drempel geholpen hebben naar de 20ste eeuw.”

Willem van Kooten - Fotografie Nico Brons

360 graden

Na achttien radiojaren stortte Van Kooten zich in het ondernemerschap omdat hij de activiteiten bij de piraat niet meer kon combineren met de drukke werkzaamheden voor zijn eigen onderneming die nieuw was in muziekland Holland. “Ik zag mezelf niet oud worden bij de radio, zoals de 93-jarige Amerikaan Art Laboe. Hij is de oudste actieve diskjockey ter wereld. Hij presenteert nog steeds gouwe ouwe shows in het theater en is alleen zondag op de radio te horen van 7 uur tot 12 uur op 93.5 KDAY.” Onder het dak van zijn bedrijf Red Bullet is een muziekuitgeverij, productiemaatschappij, boekingskantoor en een audiovisuele afdeling gevestigd, ofwel een 360 graden-model in de muziek. “Ik ben in 1968 met de muziekuitgeverij begonnen met artiesten als Golden Earring, Shocking Blue, Focus en Earth and Fire. Daar zijn in de loop der jaren veel artiesten bijgekomen. Kijk, je moet eerst een verschrikkelijk goede plaat in handen hebben. Daarna is het hard werken en je product promoten. Dat levert vonken op. Ook bij de muziekliefhebber.”

Fotografie: Nico Brons