Gouda Living editie 31 (najaar 2020)
INTERVIEW streek eind jaren zeventig neer in de gezel- lige maar gehorige Koekoeksbuurt in de Domstad waar hij in de schoolbanken zat van de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar, een hogere beroepsopleiding voor toneel. In 1986 ging deze school met diverse andere kunstopleidingen op in de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. “Al met al een vage en atypische jaren zeventig opleiding. Maar goed. In Utrecht is het voor mij wel allemaal begonnen. Tijdens de opleiding vormde ik samen met Titus Tiel Groenewegen het duo Frisse Jongens. Voor de lol deden we in 1981 mee aan het Carerettenfesival dat toen nog in de Korenbeurs in Delft werd georganiseerd. We wonnen nota bene de jury- en publieks- prijs voor de ogen van cabaretgroep Purper die tweede werd. Bijna tien jaar hebben we stad en land afgereisd met theaterprogram- ma’s, als Mannetjes op de Rand, Anton Huyg komt nooit meer thuis en Ons Lowietje heeft een engel gezien. Maar ja, ook theaterduo’s lopen tegen een houdbaarheidsdatum aan. Zeker als je meer creativiteit en uitdagingen uit het werkzame leven probeert te halen. Het kan toch niet zo zijn dat je als duo op je 80ste staat te schuifelen zoals Snip en Snap. Zij waren ruim een halve eeuw geleden niet van het toneel weg te slaan.” Vervolgens maakte Galama drie soloprogramma’s: De vrije val van Victor Thieu, Iets met een Kist, De straat, de straat’ waarna hij via een auditie terechtkwam bij ‘Ook dat nog!’. Dit was een populair Neder- lands televisieprogramma van de KRO waarin door een vast panel op humoristische wijze consumentenproblemen aan de kaak werden gesteld. Het concept was een kopie van het BBC-programma That’s life dat gepresenteerd werd door Esther Rantzen. Het immens popu- laire ‘Ook dat nog!’ werd uitgezonden tussen 1989 en 2004. “Het was een luizenbaantje”, blikte Galama terug. “Alleen op zondag was ik van huis. Kwam goed uit met opgroeiende kinderen, hoor. Ik werd al snel een van de schrijvers van het programma.” SOLO “Maar ja, aan alles komt een einde”, vervolgt Galama. “Ook aan dit programma. Ik heb vervolgens mijn bakens gekeerd en ben terug gegaan naar het theater. Maar dan in de coulissen. Ik ben theatertournees van artiesten gaan regisseren. Eerst van Marco Borsato. Een theatervoorstelling vraagt name- lijk van de artiest of band andere expertises dan wanneer zij op de bühne van Pinkpop of Ahoy staan. In het theater voel je het publiek. Je moet ook continue naar hen luisteren want aan de zaal kun je afmeten of je aandacht hebt of dat het contact wat verdampt. Daarnaast kan de aandacht per provincie verschillen. Het publiek in Zeeland is anders dan in Friesland. Tijdens het maken van de shows van Marco Borsato, en later ook die van Guus Meeuwis, putte ik veel uit mijn eigen podiumervaring. Vooral uit mijn solotijd. Eigenlijk zou elke kleinkunstenaar een keer solo moeten om verder te kunnen groeien in zijn of haar vak. Dat geldt ook voor musici die van tijd tot tijd aan het publiek iets moeten vertellen over hun repertoire of iets dergelijks. Dat zijn voor hen pittige barrières die ik kan slechten. Nu regisseer ik de theatershows van Roel van Velzen, Leonie Meijer en Freek Vonk. Ook zij luisteren naar de zaal om de aandacht vast te houden. Een stapje naar voren of naar achter doet wonderen. Ik heb mijn hele carrière niets anders gedaan.” GOUDA Living 7
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg1NTg0